Oproep naar pendelaars om zich kenbaar te maken voor extra treinen

Op 27 april 2018, over deze onderwerpen: Mobiliteit en openbare werken, Verkiezingen 2018
Station Blankenberge

Inwoners van Blankenberge en Uitkerke hekelen het beperkte treinaanbod vanuit de badstad. In het toeristisch seizoen worden er (terecht) heel wat extra treinen ingezet voor de toeristen. Dit terwijl onze eigen pendelaars al jaren smeken voor extra treinen.

Vroege en late treinen in het station van Blankenberge zijn zeer beperkt, zo vertrekt een eerste trein in het weekend pas om 7u45. Tijdens een werkweek vertrekt een eerste trein om 05u54, net te laat voor zij die een vroege shift moeten beginnen.

De laatste trein met aansluiting naar Blankenberge vanuit Antwerpen-Centraal is om 20u06. Daarnaast duurt dit traject steeds langer (nu 1u59 voor een enkel traject, vòòr 2014 was het 1u48 en in de jaren 90 ging het in 1u42). Een laatste trein vanuit Brussel vertrekt om 20u44. Aldus studenten met avondles vanuit Gent geraken niet meer thuis. Voor zij die werken in een late shift is het al helemaal onmogelijk.

Een laatste punt betreft de spitsuurtreinen: die zijn er, maar men kan zich afvragen of ze veel succes hebben. Deze liggen amper 13 minuten van de IC en hebben dus een slechte spreiding (IC: 6u54,  P: 7u07, IC: 7:54). Ook is er maar één  ‘s morgens en één ‘s avonds. Terwijl Knokke hier wel piekuurtreinen heeft gekregen. 

“Het treinaanbod van en naar Blankenberge is geen gemeentelijk bevoegdheid. Daarom heb ik, als Kamerlid, de Federale minister van Mobiliteit in de bevoegde commissie gevraagd naar betere verbindingen”, zegt eerste schepen Daphné Dumery (N-VA), “we zetten alles in op het aantrekken van jonge gezinnen, dan moeten we er ook voor zorgen dat onze stad met het openbaar vervoer verbonden is. We mogen het niet laten gebeuren dat sommige mensen Blankenberge verlaten omwille van de bereikbaarheid”.

“Tot mijn grote spijt heb ik echter moeten vaststellen dat de federale Minister, François Bellot (MR) niets aan het probleem zal doen of beter gezegd kan doen”, gaat Dumery verder.

De NMBS voorziet niet in een uitbreiding van het treinaanbod en haalt als reden aan dat ‘het treinaanbod, het aantal treinen tussen de eerste en de laatste trein, bepaald wordt op basis van de bezetting van de eerste en de laatste trein in het verleden en de daaruit voortvloeiende wenselijkheid van deze treinen.’ ‘Daarnaast dienen de piekuurtreinen te worden ingepast in het globale treinverkeer, ook rekening houdend met het goederenverkeer dat vanuit Brugge naar Blankenberge, Knokke en Zeebrugge rijdt. Al deze treinen rijden vanuit Brugge, een deel rijdt immers nog op gemeenschappelijke spoorlijnen. Er moet dus rekening worden gehouden met de beschikbaarheid van de benodigde spoor- en stationsinfrastructuur. Hierdoor is het niet altijd mogelijk om alle treinen op het ideale rijpad in te plannen’, aldus de Minister.

“Het antwoord mag dan al duidelijk zijn, de strijd opgeven doen we niet. Ik roep dan iedereen op die er belang bij heeft dat er zowel ‘s morgens als ‘s avonds als tijdens de spits extra treinen bij komen, zich kenbaar maken en het mij laten weten. Alleen zo zullen we de NMBS kunnen overtuigen dat er wel degelijk een vraag is naar extra treinen en dat het wél rendabel is om extra treinen in te zetten”, besluit Dumery.

Mailen kan naar: blankenberge [at] n-va.be

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is