U bent hier
Armoedebestrijding moet prioriteit zijn.
Volgens recente cijfers leeft een derde van de éénoudergezinnen in Vlaanderen onder de armoedegrens. Van de 530 éénoudergezinnen in Blankenberge deden vorig jaar niet minder dan 151 gezinnen een beroep op de sociale premies van het Sociaal Huis.
Ook in Blankenberge en Uitkerke is er dus meer armoede dan we zouden denken. We staan in de top vijf van de kustgemeenten wat betreft armoedecijfers. Zeker in deze economisch moeilijke tijden en met een verouderende bevolking moeten het Blankenbergse stadsbestuur werk maken van een structurele aanpak van armoede. Dat is een serieuze uitdaging voor het beleid en wij zullen dan ook constructief oppositie voeren in de zin dat wie de welvaart in onze stad wil verbeteren een partner zal vinden in de N-VA.
Als we armoede wat nader bekijken dan zien we dat sommige groepen in onze Blankenbergse samenleving oververtegenwoordigd zijn in de armoedecijfers. Meer dan tien procent van de gezinnen in Blankenberge zijn éénoudergezinnen. Zij lopen een groot risico op een leven in armoede, net als de senioren. Bovendien zijn net geen 11% van onze inwoners werkloos, wat uiteraard ook het risico op armoede aanzienlijk verhoogt. Een vierde risicogroep is de zelfstandigen.
Om armoede aan te pakken moet in de eerste plaats gezorgd worden voor werkgelegenheid. Hiervoor is het voor nieuwkomers uiteraard uitermate belangrijk dat zij onze taal kunnen leren. Zonder kennis van het Nederlands is het immers zeer moeilijk een job te vinden in onze regio. Ook zijn er te weinig jobs voor handen voor laaggeschoolden. Daarom moet het beleid, samen met de VDAB, volop inzetten op het organiseren van opleidingen die aansluiten bij de noden op de lokale arbeidsmarkt. Tenslotte moeten we ook een antwoord bieden op de transportbehoeften van zij die werken. Het aanbod van bus, tram en trein moet beter op elkaar worden afgestemd, maar waar we in onze badstad vooral nood aan hebben is aan meer parkeerplaatsen. Als we tweeverdieners willen aantrekken naar onze stad en dit willen blijven combineren met een bloeiende toeristische sector zal het bestuur toch meer aandacht moeten hebben voor een beter parkeerbeleid.
Een tweede factor in de strijd tegen armoede is de participatie in de Blankenbergse samenleving. De stad dient het verenigingsleven, onze talloze culturele en sportieve verenigingen actief te ondersteunen. Ook moet de administratie vereenvoudigd en geïnformatiseerd worden. Het is een mythe dat wie arm is geen toegang heeft tot het internet. Door het verlagen van de drempel om digitaal met de stad te communiceren verhogen we de toegankelijkheid van de stadsdiensten voor iedereen, rijk of arm.
Naast werkgelegenheid en participatie moet de stad ook oog hebben voor de woonsituatie van de bevolking. Het stadsbestuur moet blijven investeren in sociale huisvesting, vooral het patrimonium goed onderhouden maar ook het bestaande systeem van lijsten moet grondig herbekeken worden. Nu is het zo dat iemand die huisvestingsproblemen heeft meer dan vier jaar moet wachten alvorens hij of zij aan aanbod van een sociaal appartement krijgt; en dit terwijl er ganse blokken leeg staan. De verkrotte buurten moeten worden aangepakt. Huisjesmelkers vragen schandalige huurprijzen voor appartementen in erbarmelijke omstandigheden waar de bewoners vaak te kampen krijgen met gezondheidsproblemen door schimmel en vocht. Wat ruimtelijke ordening betreft dient men in te zetten op een goede sociale mix en een variëteit aan woningtypes. Gezinswoningen die op de markt komen mogen in bepaalde wijken zoals in Uitkerke, niet omgebouwd worden tot appartementen om zo een voldoende aanbod gezinswoningen te garanderen.
Ook de lokale economie en toerisme, twee domeinen die men niet direct linkt met armoede, verdienen onze aandacht. Er is immers veel verborgen armoede bij zelfstandigen. Onze stad moet aantrekkelijk zijn voor bezoekers, het bestuur moet inspelen op de trends van het moment maar ook een langetermijnstrategie hebben. Eén van de opportuniteiten voor onze handelaars is het cruisetoerisme. De stad moet inspelen op de toename van het aantal cruiseschepen dat Zeebrugge aandoet, in 2013 verwacht Zeebrugge niet minder dan 400.000 cruisepassagiers te mogen verwelkomen. Zij zijn een bijkomend publiek voor de Blankenbergse handelszaken dat we zeker moeten aantrekken.
Tenslotte moeten we ook voor de leefwereld van de jongeren aandacht hebben. Zij zijn Blankenbergenaren van de toekomst. Via de jeugdraad moet maximaal ingezet worden op de strijd tegen kansarmoede bij jongeren. We kunnen hen bereiken via de school maar ook via projecten als Swapp en Grabbel. Bij jonge kinderen kan armoede dan weer leiden tot ondervoeding. Hier moeten we zeer waakzaam voor zijn. Ook slechte schoolresultaten kunnen een indicatie van armoede zijn. De school, het comité bijzondere jeugdzorg en het CLB moeten daarom bijzondere aandacht besteden aan de vroegtijdige detectie van armoede.
Samengevat: er moet een beleid gevoerd worden dat er op gericht is de welvaart van iedereen te doen stijgen. Dit kan slechts door efficiëntie en door daadkracht maar vooral door belastingen niet te verhogen. De middelen zijn er, maar ze moeten goed besteed worden. Daar zullen wij als constructieve oppositiepartij op toezien. Als de meerderheid de welvaart van onze stadsgenoten voorop zet zal zij in ons een partner vinden. Als ze dat niet doet zullen wij de beleidspartijen consequent op hun verantwoordelijkheden wijzen. Dat zijn we aan onze bevolking verplicht.
Daphné Dumery