Daphné Dumery


Federaal kamerlid Daphné Dumery (°4 januari 1974, Blankenberge) is rechtuit. Wanneer ze over politiek praat of als advocate haar cliënten verdedigt kan ze in enkele zinnen duidelijk maken waar het op staat. Dat was al zo toen ze als criminologe dagelijks naar de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel pendelde, of later, toen ze na de geboorte van dochter Robine in Gent rechten studeerde. Het was volgens haar echtgenoot Steve Papeliers dan ook slechts een kwestie van tijd tot haar engagement bij de lokale N-VA-afdeling, een lidmaatschap dat teruggaat tot de hoogdagen van de Volksunie, zou uitmonden in iets groters.

In 2010, Daphné stond toen op de tweede plaats van de West-Vlaamse kamerlijst, werd ze verkozen als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Als actief lid van de commissies Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Betrekkingen, Justitie, Grondwetsherziening en het Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden wordt ze aangezocht om ondervoorzitter te worden van de commissie die zich buigt over het seksueel misbruik ingezonderheid binnen de Kerk.

Als ondervoorzitter van de Belgische delegatie bij de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (PACE) behartigde Daphné de belangen van de Vlamingen in thema’s als de functionering, uitbreiding en het optreden van de Europese Unie, de migratiestromen van en naar het Schengengebied en de mensensmokkel. In 2012 schrijft ze voor de PACE o.a het rapport “The portrayal of migrants and refugees during election campaigns”.

In Oostende en Zeebrugge kent men haar dan weer als degene die het probleem van de transitillegalen aan de kaak stelde. Op bilateraal vlak gaat Daphné’s aandacht uit naar de samenwerking met onze buurlanden in de bestrijding van de grenscriminaliteit, terwijl ze ook op het vlak van de werking van ons gerecht tracht haar terreinkennis in wetgevend werk om te zetten.

In Brussel verdedigt Daphné ook de belangen van de haven van Zeebrugge. Sinds 27 april 2011 zit zij in de Raad van Bestuur van MBZ (Maatschappij van de Brugse Zeehaven). 

Vervolgens zette Daphné als algemeen penningmeester en lid van het dagelijks bestuur van de N-VA mee de bakens uit voor de succesvolle verkiezingscampagne van 2012 waarin Vlaanderen overspoeld werd door de zwart-gele N-VA-tsunami.

Ook in Blankenberge ging Daphné’s dadendrang niet onopgemerkt voorbij: in 2013 werd Daphné verkozen in de gemeenteraad waar ze een zeskoppige fractie aanvoert. 

Bij de federale verkiezingen van 25 mei 2014 stond Daphné op de tweede plaats in de kieskring West-Vlaanderen en werd ze opnieuw verkozen als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De afgelopen vijf jaar (legislatuur 54) was zij actief lid in de commissie belast met de problemen inzake handels- en economisch recht, de commissie infrastructuur, verkeer en overheidsbedrijven en de commissie sociale zaken. 

In 2014 legde Daphné de eed af als eerste schepen van de stad Blankenberge. Met de bevoegdheden middenstand en lokale economie, m.i.v. carnaval en Halloween, onderwijs en jeugd, en tenslotte ook sociale zaken en welzijn wist zij als enige N-VA-schepen een duidelijke stempel te drukken op het beleid. De inspanningen die zij leverde voor Blankenberge werden beloond op 14 oktober 2018: tijdens de gemeenteraadsverkiezingen haalde zij maar liefst 1609 voorkeursstemmen binnen.   

Begin 2019 legde Daphné de eed af als eerste vrouwelijke burgemeester van Blankenberge. Als burgemeester wil zij een ander soort politiek voeren in Blankenberge, met name een politiek die meer gericht is op de mensen: het moet meer gaan over mensen dan over prestigeprojecten. En er moet ook meer aandacht gaan naar kansarmoede want Blankenberge scoort niet goed op dat vlak. De uitdagingen zijn groot: meer welvaart creëren, meer jonge gezinnen aantrekken, onze badstad op de kaart zetten als aantrekkelijk en modern en onderweg niemand achterlaten.